‘De oude manier van aanbesteden is voor deze mate van duurzaamheid niet meer geschikt’

08-11-2023
313 keer bekeken {0} reacties

Wat is er nodig om ook kleinere (overheids)partijen op de 'juiste snelheid' aan te haken bij de verduurzaming van de Brabantse infrastructuur? Hier werkt INDUSA-partner inkoopbureau Bizob elke dag hard aan. In aanloop naar de Brabantse Infra Relatiedag spreken we met Bizob-directeur Marcel Stuijts.

Portretfoto Marcel Stuijts
Marcel Stuijts, directeur Bizob

Bizob regelt voor 36 publieke organisaties, waarvan 28 gemeenten in de regio Oost-Brabant de inkoop, aanbestedingen en contractmanagement voor onder meer de openbare ruimte. Stuijts en zijn mensen zien dat de laatste jaren de handen bij colleges van burgemeester en wethouders (B&W) steeds vaker op elkaar gaan voor duurzaamheid. Daar zijn een aantal factoren voor aan te wijzen.

Zo analyseerde Bizob na de gemeenteraadsverkiezingen alle coalitieakkoorden en stelt Bizob ieder jaar per deelnemer een inkoopplan op. Hierdoor is het, aldus Stuijts, mogelijk om maatwerk te leveren en in te spelen op wat colleges van B&W en gemeenteraden belangrijk vinden. Bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Ook werkt Bizob met een duurzaamheidsexpert. Deze adviseur houdt zich in aanbestedingen specifiek bezig met duurzaamheidsvraagstukken. Daarbij heeft deze expert veel contact met andere overheden en bijvoorbeeld Bouwend Nederland. ‘Daarnaast draaien onze inkopers mee in de operatie van de gemeenten. Daardoor kunnen we direct de slag maken van beleid naar praktijk. En we doen aan kennisontwikkeling door standaarddocumenten op te leveren, die bij toekomstige aanbestedingen gebruikt kunnen worden.’

Ontwikkelpartnerschap

Toch ziet Stuijts dat niet bij elke overheidspartij het tempo en ambitie even hoog ligt. ‘We gaan altijd het gesprek over duurzaamheid aan, maar het is aan de organisatie zelf om te bepalen of ze in dit tempo mee willen of ervoor kiezen om langzamer te gaan.’ Hetzelfde geldt voor de markt, waar een aantal koplopers zijn die bijvoorbeeld (vrijwel) volledig elektrisch werken en er zijn partijen die hier (nog) niet zoveel interesse in tonen. ‘Op deze manier creëer je wel monopolisten’, stelt Stuijts, ‘maar je kunt er als overheid ook voor kiezen om dit meer samen met de markt te ontwikkelen in een ontwikkelpartnerschap. De meeste kennis zit immers bij marktpartijen.’

Dit ontwikkelpartnerschap heeft volgens Stuijts de toekomst. ‘Als je duurzaamheid in losse blokjes aanbesteedt in allerlei bestekken, gaat het te langzaam. Dan haal je de landelijke duurzaamheidsdoelstellingen niet. De oude manier van aanbesteden is niet meer geschikt voor deze mate van duurzaamheid. INDUSA zou een belangrijke rol kunnen spelen in het verkennen van deze aanbestedingsscope. Er zijn voorbeelden in andere sectoren, zoals de afvalinzameling en het leerlingenvervoer waar dit goed werkte. Je kunt bij grotere aanbestedingen bijvoorbeeld er ook voor kiezen om met meerdere partijen een partnerschap aan te gaan, om monopolievorming tegen te gaan.’

Knoppen om aan te draaien

Naast een ontwikkelpartnerschap ziet Stuijts nog een aantal rollen voor de overheid om duurzaamheid nog verder te brengen. ‘De provincie zou kunnen agenderen bij gemeenten dat zij van duurzaamheid een wethouderportefeuille maken. Enkele gemeenten, zoals Laarbeek en Asten hebben dit al. Daar werkt dit goed, maar dat aantal neemt nog niet echt toe.’ Ook op het gebied van monitoring (tools om goed in de gaten te houden wat de duurzaamheidswinst is) en financiën (naast de bestaande subsidieregelingen om elektrificering van materieel te versnellen) kunnen colleges van B&W en markt volgens Stuijts nog een extra steuntje gebruiken.
 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen