Sinds 2018 zijn er veel belangrijke stappen gezet qua duurzame infrastructuur. Swaans: ‘We komen van een periode waarin de noodzaak van het inzetten op duurzaamheid binnen infrastructuur een discussie was, inmiddels zitten we in fase waarin deze noodzaak binnen alle overheidslagen geen enkele discussie meer is. Het gaat nu veel meer om hoe duurzaamheid ingezet kan worden en hoe we daarbij de volle breedte kunnen opzoeken.’ Daarbij is het belangrijk dat werken aan duurzaamheid intrinsiek gemotiveerd is. Maar dat is niet het enige. ‘Het moet ook ambtelijk en bestuurlijk goed geborgd zijn. Als ik zie hoe duurzaamheid de laatste jaren verankerd is, dan ben ik positief.’
Samen duurzaamheid verder helpen
De volgende stap is om duurzaamheid steeds meer in de volle breedte in te zetten in de praktijk. De provincie zet al flinke stappen door duurzaamheid vast onderdeel te maken van aanbestedingen en gunningscriteria en is mede daardoor al vier keer uitgeroepen tot duurzaamste openbare aanbesteder van Nederland en behoort daarmee tot de kopgroep in Nederland. Er doen zich nog steeds veel ontwikkelingen voor en dat vraagt om het blijven ontwikkelen en zoeken naar de juiste richting en inzet om in die kopgroep te blijven.
Het is een uitdaging hoe de provincie betrokken (overheids)organisaties daarbij kan helpen en mee kan delen met de ontwikkelingen. ‘Het is de vraag hoe we duurzaamheid nog beter in de breedte kunnen verankeren in Brabant en welke rol de provincie hier in kan vervullen. Naast het zelf toepassen voor de provinciale wegen en daarnaast het stimuleren en faciliteren voor andere wegbeheerders, is de vraag of we als provincie hier in kunnen helpen. Bijvoorbeeld door duurzaamheid te koppelen aan financiële bijdrage van de provincie aan een gemeentelijk infrastructureel project.’
Maar volgens Swaans is enige flexibiliteit bij het inzetten van duurzaamheid wel van belang en is de gemeentelijke problematiek niet zomaar te vergelijken met die van de provincie. ‘Duurzaamheid is geen thema dat je in een malletje moet gieten. Infrastructuur is bij veel gemeenten anders geregeld en elke organisatie heeft zijn eigen doelstellingen. Zolang de beleidsmatige borging en intrinsieke motivatie in orde is, is dat ook prima.’
Wel zal de behoefte aan meer harde doelstellingen qua duurzame infrastructuur toenemen. ‘We gaan nu naar een borgingsfase, waarin we dat absoluut nodig hebben.’ Dat betekent ook dat er de komende jaren meer aandacht moet zijn voor (regelmatige) monitoring: ‘Er worden landelijk nu allerlei tools voor ontwikkeld die dat mogelijk maken, zoals voor de CO2-footprint.’
De weg plaveien
Aan Swaans de schone taak om dit mede mogelijk te maken. Als programmamanager Multimodale Bereikbaarheid is Swaans vanuit de provincie opdrachtgever voor INDUSA. ‘Ik geef sturing aan de doelstellingen en de inhoud. Ik zorg ervoor dat de randvoorwaarden er zijn en dat duurzaamheid bestuurlijk onder de aandacht wordt gebracht. Dat deed ik tot nu toe vooral binnen de provincie, maar het is nu ook tijd om dat meer buiten de deur te doen.’