Lat voor zero-emissie mobiele werktuigen omlaag

11-03-2022
301 keer bekeken {0} reacties

De ambitie om zo snel mogelijk zero emissie mobiele werktuigen in projecten uit te vragen is naar beneden bijgesteld. “Het blijkt niet haalbaar”, aldus Carla Vosmaer contractmanager bij de provincie Noord-Brabant en adviseur duurzaamheid.

Zij zei dit tijdens de INDUSA-kennissessie Emissieloos inkopen. Deze derde bijeenkomst stond in het teken van een drieluik over contracten: voorschrijven, belonen in gunning en gezamenlijk bepalen.

Als het gaat om het voorschrijven c.q. uitvragen van zero-emissie mobiele werktuigen is de ambitie volgens Carla Vosmaer wat getemperd. Immers, het zogenoemde ingroeipad voor zero emissie mobiele werktuigen is in het transitiepad Weg, Dek en Spoormaterieel (WDSM) naar beneden bijgesteld. Dit pad heeft een minimumniveau als basiseis en een koplopersniveau. “Het is in de laatste uitwerking minder ambitieus”, zegt Vosmaer. Uit onderzoek van TNO is namelijk gebleken dat per direct invoeren van MVI-1 zou betekenen dat circa 85 procent van het huidige materieel zou moeten worden vervangen of op z’n minst moet worden aangepast. “Daarnaast”, zo hield Vosmaer haar gehoor voor, “speelt dat de haalbaarheid van de invoering van honderd procent zero emissie door alle opdrachtgevers voor 2030 in de categorie licht en klein materieel wordt betwijfeld. Ik weet niet hoe terecht die twijfel is maar dat is nu wel de motivatie om het iets af te schalen. Vooral omdat volgens berekeningen van TNO de doelen voor 2030 met betrekking tot stikstof en fijnstof wel haalbaar zijn. Daarmee lijkt de noodzaak om te versnellen iets minder nodig.”

Overigens is volgens Vosmaer, zero-emissie materieel voor het halen van de klimaatdoelen wel degelijk nodig. “Maar dit is nu dus met het oog op de haalbaarheid iets naar achteren geschoven. Ik zet er mijn vraagtekens bij, maar als dat de basislat is dan is dat zo. Neemt niet weg dat je als organisatie met het stellen van gunningscriteria altijd iets extra’s kunt doen.”

Vosmaer nam de aanwezigen verder mee in het huidige transitiepad van Weg, Dek en Spoormaterieel (WDSM) en de ontwikkelingen rond emissieloos bouwen van de Buyer Group. Daar zetten de partijen de komende maanden flinke stappen in. Zo komt binnenkort het definitief ontwerp transitiepad WDSM ten behoeve van de routekaart Schoon en Emissieloos bouwen naar buiten. Gevolgd in april door de Handreiking Zero Emissie Bouwen die door de Buyer Group is opgesteld.

Voorschrijven

“In die Handreiking staat een toelichting met welk perspectief je naar deze opgave moet kijken. Wat zijn methoden om hier invulling aan te geven en welke monitoringstool komt er aan”, aldus Vosmaer. Belangrijk volgens haar is dat er 20 tot 25 voorbeelden in zijn opgenomen van organisaties die ervaring hebben met uitvragen op het gebied van emissieloos materieel. Na de Handreiking volgen de marktvisie en inkoopstrategie en tot slot de besluitvorming.

Belonen

Vieve Smulders, inkoopadviseur bij de gemeente Eindhoven, ging in haar onderdeel van het drieluik, belonen in gunning, in op de Eindhovense methode om duurzaam in te kopen. “Wij passen op alle inkoop zero emissie als standaard gunningscriterium toe. Dat wil zeggen volgens het principe pas toe of leg uit waarom niet.” De methode die Smulders hanteert, is een simpele matrix voor werktuigen, voertuigen en gereedschappen. Waar het op neerkomt is dat aannemers voor een project wordt gevraagd om alle voertuigen die ze inzetten op categorie in te vullen. Heel grofmazig: zero emissie, traditioneel met biobrandstof of met traditionele brandstof. “Na het invullen van de matrix is direct te zien hoe hoog de meerwaarde van de hoogst haalbare kwaliteit is”, licht Vieve de werking van de matrix toe. De gegevens die aannemingsbedrijven invullen, wordt als het gaat om raamcontracten over meerdere jaren verdeeld. “Dan kunnen ze stapsgewijs hun duurzaamheid invullen en zie je de ontwikkeling die een bedrijf in dat tijdsbestek doormaakt. En er zit een prikkel in om dat zo vroeg mogelijk te doen, want dan kunnen ze een korting krijgen. Dus”, benadrukt Smulders, “hoe duurzamer men inschrijft hoe meer voordeel. In de contracten zit een borging voor het verduurzamen, want als je nu een contract afsluit voor zes jaar op basis van de innovaties van vandaag, dan heb je over zes jaar nog steeds wat je nu uitvroeg. Door het op deze wijze aan te vliegen, geef je ruimte om vernieuwingen uiteindelijk toch toe te passen.”

Voordeel

Voordeel van de methodiek is dat het op alle werken uniform toepasbaar is. “Het is kostenneutraal en MKB-vriendelijk. Want de markt heeft goed op de methode gereageerd. Het is voor bedrijven ook niet ingewikkeld. En het draagt ook bij aan een prettigere werkomgeving met minder overlast voor de buurt.” Het is vooral de gebruiksvriendelijkheid die de aanwezigen die de Eindhovense methodiek al toepassen, als pluspunt ervaren. INDUSA-programmamanager Mark van den Hoven: “Het is heel laagdrempelig en fijn dat Eindhoven dit met ons deelt.”

Samenwerken

Jos van Alphen, adviseur aanbestedingen bij Bouwend Nederland ging in het laatste deel van het drieluik, gezamenlijk bepalen, in op de voordelen van een goede samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. “Het is belangrijk”, zo hield hij zijn gehoor voor, “om de duurzaamheid die je met elkaar binnen de samenwerking wilt aanpakken vooraf af te bakenen. Dit vooral om discussies tijdens de uitvoering te voorkomen.” Goede afspraken maken en binnen een RAW-bestek vastleggen. Dat vastleggen kan volgens Van Alphen op verschillende manieren. Door bijvoorbeeld een stelpost voor duurzaamheid op te nemen. “Als je heel vooruitstrevend bent, kun je de uitvoering met nieuwe technieken ook binnen die stelpost zetten. Van belang is dat je het goed beschrijft.”

Wijzigingsclausule

Inhakend op de Eindhovense methodiek om ook tijdens de uitvoering ruimte te geven aan innovaties, noemt Van Alphen ook als mogelijkheid het opnemen van een wijzigingsclausule in een contract. “Zo’n clausule maakt het mogelijk om bestekwijzigingen door te voeren als daar uit oogpunt van duurzaamheid aanleiding voor is. Als je het goed beschrijft heb je als opdrachtgever ruimte om periodiek met je opdrachtnemer aan de tafel te zitten om te bespreken hoe zaken duurzamer te krijgen dan aanvankelijk was afgesproken.” Van Alphen geeft als voorbeeld de wijzigingsclausule die in de Buyer Group Duurzame Wegverharding is uitgewerkt. Daarin staat dat de opdrachtgever gezien de duurzaamheidsdoelstellingen van haar organisatie de mogelijkheid behoudt om na gunning te kiezen voor een duurzamer asfaltmengsel of een duurzame aanleg van verharding voor een deel of het gehele werk. Van Alphen: “Er is echt veel mogelijk om met elkaar goede afspraken te maken.”

De presentatie van zowel deze derde kennissessie als van die over belonen vind je hier.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen