Provincie Overijssel: ‘Samenwerking is bij circulariteit van ongelooflijk groot belang’

15-02-2022
457 keer bekeken {0} reacties

Als we landelijk gezien in 2030 en 2050 onze economie volledig willen laten draaien op herbruikbare producten en grondstoffen dan moet er nog heel wat gebeuren.

Uit onderzoek van de provincie Overijssel onder de gemeenten in West-Overijssel, waterschap Drents Overijsselse Delta en Rijkswaterstaat Oost Nederland blijkt namelijk dat kansen niet volledig worden benut, overheden nauwelijks samenwerken met onderwijs en ondernemers, en kennis niet gedeeld wordt.

Tijdens de week van de circulariteit in februari organiseerde provincie Overijssel een webinar ‘Samen maken we de Overijsselse cirkel rond’. Tijdens dit webinar werden de resultaten van het onderzoek naar circulariteit bij de realisatie en het beheer en onderhoud van infrastructuur en openbare ruimte in West Overijssel gepresenteerd.

Samenwerking
In 2020 en 2021 is er onderzoek gedaan in West Overijssel en Twente om te kijken in hoeverre gemeenten dit al daadwerkelijk oppakken. Alle gemeenten vinden dit onderwerp erg belangrijk, maar tegelijkertijd ontbreekt het hen aan de capaciteit en de middelen om ermee aan de slag te gaan. “Samenwerking is van ongelooflijk groot belang”, schetst Eddy van Hijem, gedeputeerde bij de provincie Overijssel. De provincie wil dan ook graag met gemeenten, onderwijs, kennisinstellingen en bedrijfsleven aan de slag om samen dit onderwerp verder te verdiepen. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de Infra Futurelabs. “Hierin gaan we in op verschillende thema’s, onderzoeken we wat we kunnen doen om aanleg, beheer en onderhoud van infrastructuur echt circulair te maken en hoe we daar samen stappen in kunnen zetten. Een ander mooi voorbeeld is het inkopen en aanbesteden van materieel om de aanleg van infrastructuur ook emissievrij te kunnen doen. Door samen kennis te delen en uitvoeringskracht te bundelen, denken we dat we in Overijssel belangrijke stappen kunnen zetten in de richting van de circulaire economie.” Vandaar dan ook de oproep van Van Hijem aan de gemeenten om deze handschoen op te pakken en samen te bouwen aan een duurzame economie voor toekomstige generaties.

Gebrek aan prioriteit
“Omdat er geen wetgeving is wat betreft de transitie wordt er ook geen prioriteit aan gegeven,” merkt Jan Spoelstra, ondernemer bij WeConnext en programmamanager bij Stichting Pioneering op. Uit zijn onderzoek is gebleken dat iedereen die betrokken is wel de urgentie voelt, alleen weet men vaak niet hoe men dat vorm moet geven. “Het begint allemaal bij een stuk bewustzijn.” Het onderzoek in opdracht van de provincie Overijssel is dan ook bedoeld om een helder beeld te krijgen hoe zij de circulaire doelstellingen op het gebied van openbare inrichting, beheer en onderhoud het beste vorm kunnen geven. Aan het onderzoek werkten niet alleen 25 gemeenten mee, maar ook waterschap Drents Overijsselse Delta en de provincie zelf. Spoelstra windt er geen doekjes om; “Het bewustzijn is er wel, maar er wordt geen prioriteit aan gegeven. Kansen worden niet volledig benut, overheden werken nauwelijks samen met het bedrijfsleven en er is geen kennisdeling. Het komt steeds op individuen én toevallige pilots aan.” Daar moeten we volgens hem vanaf. “We moeten mensen, kennis en middelen vrijmaken om structuur aan te brengen in onze manier van werken.”

Aanbevelingen
Spoelstra doet in het rapport dan ook een aantal aanbevelingen. “Bundel de beperkte capaciteit en breng de doelstellingen naar de praktijk.” Het kiezen voor een levenscyclusbenadering leidt volgens Spoelstra vanzelf tot een circulaire aanpak. Als tweede adviseert hij om een standaardisatie in het plan van aanpak aan te brengen. “Als elke gemeente individueel blijft inkopen dan blijft de vraag verschillend.” Als derde noemt Spoelstra op om een speciaal innovatiefonds in het leven te roepen om samen de transitie te maken. De exacte vorm van een soortgelijk fonds is nog niet bekend, maar wel dat de provincie met al haar contacten hier een belangrijke rol in kan spelen.

Herkenbare punten
Voor Peter Gelink, voorzitter Infra Platform Oost/Bouwend Nederland, zijn de punten die Spoelstra noemt erg herkenbaar. “Zowel in Twente als Overijssel hoor je dezelfde geluiden. Circulariteit staat de laatste tijd wel hoger op de agenda en wordt ook wel opgepakt, maar in het licht van de doelstellingen voor 2030 nog altijd te weinig.” Het begint volgens Gelink dan ook bij het samen oppakken van projecten en het delen van kennis. Een van de aanbevelingen waar hij vanuit Bouwend Nederland mee aan de slag zou willen gaan is het verbinden van overheid, ondernemers en onderwijs zoals nu gebeurt in Infra Futurelabs Overijssel. “Daar komen leuke dingen uit voort.”

 

 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen